Pagina's

maandag 31 december 2012

Rituelen van Verbinding

Elk jaar eten we een paar dagen voor oud en nieuw met twee goede vrienden.
Altijd in hetzelfde restaurant in een gehucht in Noord Groningen, ver van onze woonplaatsen in het westen. Een uit nood geboren traditie.
Het lukt ons - vier werkende ouders - gedurende het werkjaar niet om fatsoenlijk bij te praten. Wel in één op ééntjes: De beide mannen zijn bevriend, de beide vrouwen ook, en ook één (niet-huwelijkse) man-vrouw combinatie ziet elkaar door het jaar heen. Maar een sessie met z'n vieren blijkt een logistieke uitdaging van de hoogste orde!

Een paar jaar geleden ontdekten we dat beide gezinnen de Kerstvakantie doorbrengen bij de respectievelijke ouders. Die toevallig bij elkaar in de buurt wonen. En dan is er dus tijd. En oppas. Een ritueel werd geboren; samen dineren precies tussen de ouderlijke woonplaatsen in. Laat daar nu net een sterrenrestaurant zitten.

Het verheugen begint al dagen vantevoren.
Wat ga ik vertellen?
De avond verloopt ogenschijnlijk altijd exact hetzelfde. We krijgen het ronde tafeltje aan het raam toegewezen. We bestellen het vijf gangen verrassingsmenu. Om ons vervolgens zo snel mogelijk te concentreren op het belangrijkste agendapunt van deze avond: Het Rondje. We hebben een uur per persoon.
Er is enig gekissebis over de volgorde; met wie zullen we beginnen?
Uit ervaring weten we dat de eerste de meeste tijd krijgt, en het bij de laatste altijd haastwerk is. Wie heeft dit jaar dus recht op de meeste tijd?
Ook is er vaak wat finetuning van de hamvraag. Doen we het klassieke rondje hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar? Of kiezen we voor: welke thema heeft je geraakt in 2012? En wat betekent dat voor 2013?

Ontslag. De dood van een vader. Een nieuw baan. Zorg om een kind. Bezinning op de monomanie.
We luisteren. Het is bijzonder om je eigen partner dingen te horen zeggen die eerder nog niet zo ruim hadden geklonken. Omdat er nu drie paar oren zijn die het verhaal groter maken en waarde toekennen. We moeten irritante gasten zijn voor de bediening want we laten ons nauwelijks onderbreken om te luisteren naar wat ons wordt geserveerd. Tussen de bedrijven door stoten we nog een schilderij van de muur, en gooien een kaars om waardoor een buurvrouw kaarsvet op haar tas krijgt. Er wordt gefronst naar onze luidruchtige tafel maar het deert ons allemaal niet.

Aan het einde van de avond zitten we niet alleen vol van de vijf gangen, maar zijn we ook vervuld van de tijd met elkaar. Een soort oase van aandacht. Een ritueel van verbinding.
'We doen veel te weinig aan rituelen', zei een vriend laatst.
Misschien hebben wij met onze drukke en versnipperde levens rituelen juist extra hard nodig om 'heel' te blijven. Heel blijven in de veelheid van contexten waarin we succesvol willen zijn; als vader, moeder, baas, vriendin, professional, dochter, echtgenoot (weer de sluitpost van de rekening merk ik).
Mijn goede voornemen voor 2013: opnieuw rituelen van verbinding eren met mijn lief, mijn kinderen, mijn vrienden ...






zondag 28 oktober 2012

En eehh, speelt seks dan ook een rol?

Barbara (37) zit in de race om Partner te worden bij een strategisch adviesbureau. Ze mailt me met de volgende vraag:

‘Ik ben een goede consultant en kan heel goed met mannen samenwerken. Voor de vrouwelijke consultants hier in huis ben ik een rolmodel. Maar om partner te worden moet ik mezelf verkopen aan mannen; Het hele leiderschap van mijn bedrijf bestaat uit veertig (blanke) mannen! Zij zullen mij straks beoordelen. Ik ben op zoek naar: hoe beoordelen mannen, en hoe blijf ik vrouw? Straks verschijn ik voor een commissie van twintig mannen. Hoe ga ik dat doen? En … speelt seks dan ook een rol?’

Een dappere vraag, we spreken een paar keer af.
Ik ontmoet een lange vrouw met heldere ogen. Assertief, op het strijdbare af. Ik span me in om niet door haar geïntimideerd te raken, zo doelgericht is ze. Noteer in mijn achterhoofd dat ze cultuurdrager moet zijn van iets dat groter is dan zijzelf.

Een paar dingen worden snel duidelijk. Inhoudelijk klopt haar plan om zich in te kopen als een bus. Ze is ambitieus. Ze heeft een uitstekend track record. De teams waar ze leiding aan geeft, doen het goed. Ze voldoet aan alle officiële regels om partner te worden. Toch vertragen de zittende partners de procedure met vage argumenten. Barbara wordt onzeker en puzzelt over wat er speelt. 

Een paar hypotheses.
Barbara probeert 'lid te worden van de club'. Ze heeft keihard gewerkt om zich te bewijzen met haar resultaten. Daarnaast houdt ze zich staande als vrouw in een mannenorganisatie. Ze is gaan oefenen hoe ze haar emoties onder controle houdt, want die worden als onprofessioneel betiteld. Zelfs in gesprek met mij valt op dat ze haar hoofd onnatuurlijk stil houdt. Als ik vraag naar het waarom, antwoordt ze dat ze heeft geleerd niet teveel te knikken, want meisjesgedrag verzwakt haar positie. Ze heeft zich aangepast in haar kleding: meestal grijs, zakelijk, tikkeltje onvrouwelijk, want teveel vrouwelijkheid doet af aan senioriteit. Ze coacht andere vrouwen hier ook op. Ze laat haar humor bij de voordeur achter want ze merkt dat vrouwen anders worden beoordeeld op humor dan mannen; ze lacht wel mee om de harde grappen van de mannen, maar weet dat zij zich deze humor niet kan permitteren. Ze spreekt niet over haar kinderen, dat doen de mannen ook niet. Zo heeft ze zich opgewerkt, precies volgens de (ongeschreven) regels van organisatie. De perfecte Queen Bee. Niet omdat ze dat is. Maar omdat ze denkt dat dit gedrag van haar verwacht wordt. Toch?

Maar nu blijkt één omissie. Nu deze vrouw zich aan de voet van de apenrots meldt, staat iedereen een beetje ongemakkelijk te kijken. De regels waaraan ze moet voldoen lijken toch niet helemaal te kloppen. In ieder geval niet voor haar. Want ze is wel goed.
Maar niet leuk.
 
Als ik mannen in leidende posities vraag wat zij een leuke vrouwelijke collega-leider zouden vinden, is één van hun eerste antwoorden vaak: 'Dat het een echte vróuw is! Als het maar geen manwijf is!'
Eerlijke mannen zeggen: 'Ik vind het gewoon vervelend om door een vrouw geleid te worden. Ze moet vooral niet het baasje willen zijn.  Ze moet mij wel het gevoel geven dat ik uiteindelijk de knoop doorhak'.
En als je er niet moraliserend over doet, geven de meeste mannen al snel toe: ja inderdaad, seks speelt een rol. 'De eerste scan is altijd even: zou ik het met haar kunnen doen. Als dat niet zo is, omdat ze in mijn ogen één van de mannen probeert te zijn, begint de relatie al slecht'. 
 
Wat tragisch. Zowel voor de organisatie als voor Barbara. Het 'opleidingstraject' dat deze talentvolle vrouw heeft doorlopen in de organisatie om haar klaar te maken voor de top, werkt nu tegen haar: Jarenlang heeft ze haar vrouwelijkheid bij de voordeur achtergelaten om serieus genomen te worden. En nu wordt ze afgewezen omdat ze te weinig vrouw is. Nu wordt ze afgewezen op een relationeel aspect tussen man en vrouw. Omdat de 'sexuele relatie' niet klopt. Mannen werken liever samen met een vrouw dan met een 'manwijf'. Maar om zover te komen heeft ze wel steeds 'manwijf' moeten zijn.
Een idiote paradox, die niet persé iemands schuld is.

Barbara ziet het even heel somber in. Besluit dan dat ze nog een poging wil wagen. Ze neemt haar aandeel in het geheel en wil onderzoeken of er opties zijn om zich minder masculien te gedragen. En hoe die opties er dan uitzien.
'Tom Poes, verzin een list', zegt ze lachend bij vertrek. En die verzinnen we.
Lees volgende keer Barbara's list!


 
 

dinsdag 2 oktober 2012

Zuurstofmasker op

Voor me zit Femke. Energieke vrouw, net veertig. Twee kinderen waarvan nog één baby.
Teamleider bij een bank en in de lift naar een volgende stap. Echtgenoot met eveneens mooie carrière. Als gezin samen nog volop in de overgang van ''twee naar vier''.
Tijdens ons vorige gesprek concludeerde ze: misschien moeten we iets meer pas op de plaats maken in deze levensfase. Toch best ingewikkeld, twee carrières op één kussen.

Maar vandaag is er geen sprake van 'pas op de plaats' maken. Femke heeft namelijk goed nieuws: ze is gevraagd haar baas op te volgen. En wel meteen.
Dus is ze naarstig bezig een plan te maken om de transitie van 'middenmanager' naar een stap hoger te markeren. Wat doet er toe? Waar op focussen?
Ze tekent de teams, de poppetjes. Ze ontvouwt haar plannen. Klinkt goed.
Over één ding heeft ze ietwat makkelijk gedacht. Ze heeft geen opvolger. Als het aan de hoogste baas ligt komt die er ook niet - niet nodig. Betekent dit dat ze de komende tijd twee banen gaat doen?
''en ik heb vanaf vandaag ook een secretaresse! '' zegt ze proestend.
''en moet ik die kamer van mijn baas nu meteen innemen?''

Boeiend. Het goed regelen van je eigen positie vinden de meeste vrouwen erg moeilijk. Ze slaan deze fase graag over.
Mannen lijken hier een stuk minder moeite mee te hebben. Hoe lang zij durven te onderhandelen over de auto die bij een volgende stap hoort! En het wordt helemaal geaccepteerd!

Misschien wordt het makkelijker om in dit spel mee te doen als we bedenken dat we anderen beter kunnen helpen vanuit een goede plek. Ik denk aan de zuurstofmaskers in het vliegtuig. ''Zet eerst uw eigen maskers op, en help dan pas uw kinderen'' las ik altijd op de handleiding onder de stoel. Ik vond dat dan zielig voor die kinderen.
Ineens krijgt het nieuwe betekenis. Statussymbolen zijn net als zuurstofmaskers. Zonder positie krijg je niks voor elkaar. Als je niks voor elkaar kunt krijgen, kun je ook weinig betekenen voor anderen.
Meedoen met de macht is een vorm van aanvaarding van je verantwoordelijkheid.

Femke neemt afscheid met het voornemen te onderhandelen over haar opvolging.
En de kamer gaat ze vandaag nog betrekken!



zondag 17 juni 2012

Meisje of Bitch

Regelmatig spreek ik vrouwen die werken in organisaties met veel mannen. Afgelopen weken waren dat Femke (manager bij een bank), Barbara (managing consultant en Partner in spé) en Annelies (manager bij een productiebedrijf). In hun vragen komt vaak het spanningsveld tussen 'meedoen met de mannen' en 'hoe blijf ik mezelf' aan de orde.

Hoewel het percentage vrouwelijke leiders in organisaties langzaam toeneemt, zijn vrouwen in het management en Raden van Bestuur nog steeds sterk in de minderheid. 
En dus gebeurt het vaak dat de vrouwelijke baas als enige vrouw tussen een groep mannen aan de vergadertafel zit.
Dat stelt haar dan ook meteen voor een eerste dilemma: hoe zorg ik ervoor dat ik erbij hoor? Hoe zorg ik dat mijn collega heren mij serieus nemen? Lid worden van de club is een belangrijke voorwaarde om mee te mogen praten. Dat geldt aan de vergadertafel evengoed als op het schoolplein en in vriendengroepjes. Vrouwen kiezen (bewust of onbewust) vaak voor één van volgende strategieën om het dilemma op te lossen.


1. De Bitch

Als enige vrouw tussen een aantal mannen is de druk groot je aan te passen en mee te doen met de mannen. Dat betekent hard werken om net zo goed  - of liever - beter te zijn dan zij, meedoen met de geschreven en ongeschreven regels over statussymbolen zoals de goede auto, aanwezig zijn bij de juiste borrels, stevig onderhandelen over je salaris en functietitel. Kortom, veel aandacht voor status, competitie en resultaat.
De vrouw die hier succesvol in is, krijgt weliswaar respect voor haar professionaliteit, maar wordt tegelijkertijd afgewezen als vrouw vanwege haar masculiene gedrag. ‘’Het is wel een ijskonijn geworden zeg”, hoor je dan. Ze stelt teleur in ‘vrouwelijk leiderschap’, haar wordt verweten dat ze net een man is.

2. Het Meisje

Een andere vrouwelijke baas ziet het spel op de apenrots met lede ogen aan en heeft geen zin daar aan mee te doen. Soms doet ze moraliserend over het masculiene gedrag van haar collega’s. Ze probeert bij zichzelf te blijven door te focussen op de inhoud. Daarnaast besteedt ze veel zorg en aandacht aan dat wat ze belangrijk vindt: mensen, verbinding, integriteit.
In de praktijk leidt dit meestal tot een rol achter de schermen. Haar treft de omgekeerde kritiek als de bitch: ze is weliswaar vrouwelijk gebleven, maar als collega leider niet serieus te nemen in het management. Ze is te veel ‘het meisje’.

3. Twijfel

Een groot deel van de vrouwen voelt het spanningsveld tussen ‘het meisje’ en ‘de bitch’ haarfijn aan, en vertaalt dit in twijfel aan zichzelf. ‘’Ik weet niet of ik het wel kan op dat niveau. Of ze bedankt  voor deze spagaat en hangt haar leidinggevende baan aan de wilgen. Haar treft de kritiek dat ze niet ambitieus genoeg zou zijn.

Het alternatief

De vrouwelijke baas die zich staande houdt tussen mannen zit in een klassieke ‘’Catch 22’’, oftewel een double bind. Ze kan het niet makkelijk goed doen. Zijn er manieren om daar uit te blijven? Drie tips:

1. Ten eerste neemt ze een voorsprong door zich de Catch 22 te realiseren. Ze hoeft zich niet wijs te laten maken dat het ligt aan haar competenties, noch aan haar persoonlijkheid, noch aan haar ambities dat het lastig is. Waar het op aankomt is haar vermogen het spanningsveld te verdragen tussen ‘’lid worden van de club’’ en ‘’anders zijn’’. Dat geeft een oncomfortabel gevoel. Dat moet ze accepteren.
2. Het vraagt veel creativiteit en behendig relationeel manoeuvreren om mee te doen met het spel van de mannen, en tegelijkertijd vrouw te blijven. Ze moet zich verdiepen in hoe mannen bereid zijn geleid te worden door een vrouw.
3. Het helpt haar zich suf te kijken naar succesvolle rolmodellen. Een fantastisch voorbeeld van het manoeuvreren tussen Meisje en Bitch is te zien in de Deense serie ‘’Borgen’’ over een vrouwelijke premier. Een must voor iedere vrouwelijke baas.

Lees de volgende keer meer over het manoeuvreren van Barbara, Femke en Annelies, en welke oplossingen zij vonden!

woensdag 16 mei 2012

Mailbox en Wasmand

Er is een interessante parallel tussen mijn mailbox en mijn wasmand.
Beide zijn altijd overvol, en mijn inspanningen ze leeg te houden lijken niet samen te hangen met de toestroom van nieuwe items. Ik ben voortdurend out of control.

Om die reden ben ik een tijdje geleden gestopt met proberen bij te zijn met de mail.
Ik scan tegenwoordig. Besteed mijn tijd vooral aan mail versturen. Als ik tijd maak voor mail beantwoorden, selecteer ik eerst op Afzender. Ik beantwoord dan alleen mails van de mensen van wie ik heb onthouden (of opgeschreven) dat ik er nog iets mee moet of wil. Twee keer per jaar gooi ik alles weg, en dan heb ik een paar minuten een lege mailbox.

Ik ben ook gestopt met bij te willen zijn met de was opruimen. Zelfde principe.
Het idee dat de bodem in zicht moet komen, is zinloos. Heb ik wat weggeruimd, is er bovenop alweer een nieuwe stapel bijgekomen. Mijn strategie in de was en de mail is ongeveer hetzelfde. Ik pluk eruit wat we nodig hebben. En soms - als ik tijd en zin heb - maak ik wat meters en ruim in één keer een heleboel op.

Ik schaam mij natuurlijk voor deze praktijken. Ik hou helemaal niet van chaos. Ik vind 't vervelend mensen tekort te doen. En mijn man kan zijn sokken niet vinden. Het knaagt dus stiekem toch.

Jaren terug kreeg ik in een training - ik was deelnemer - een kaartje, zo eentje uit een stapel.
Het was het einde van de training en alle inzichten zouden in het kaartje samen komen, was de onuitgesproken belofte. Ik vond dat een belachelijk en hoogmoedig idee.
Ik trok een blauw kaartje met het woord Vergeving.
Dat woord zei me weinig.
Ik wist zeker dat het kaartje niet over mij ging en niets met mijn leerproces te maken had. Ik wist ook zeker dat dat kaartje nooit iets voor me zou betekenen.

Dat was elf jaar geleden.
Vaak als ik langs de wasmand loop, of het aantal mails in mijn inbox zie, denk ik aan het kaartje.
Maar ook als ik de stapel ongelezen kranten zie liggen, de vergeten verjaardagen op de kalender, de herinnering van de tandarts die al drie maanden op het prikbord hangt, het boek dat ongelezen wacht op mijn nachtkastje: Vergeving.
Als ik de afgekloven appels in mijn auto zie verschrompelen, de niet gepleegde telefoontjes voel trekken, de niet gesporte uren zie oplopen, het gekregen recept nog niet uitgeprobeerd, het langverwachte artikel nog niet geschreven, de trouwste vriendin nog steeds niet teruggebeld ..
Vergeving!

zaterdag 5 mei 2012

Bevrijdingsdag

Vaders slaan de klok deze dagen. Vorige week was ik op een begrafenis waar een 45-jarige zoon afscheid nam van zijn vader met de woorden 'vandaag laat ik mijn vader los'. Gister condoleerde ik een collega wier vader was overleden. Mijn eigen vader dementeert en is bezig betekenis te geven aan zijn laatste fase.
Mijn generatie neemt afscheid van zijn en haar vaders.

Wat betekent het om je vader los te laten?
Ik weet het niet. Voorlopig onderzoek ik vooral hoe hij me heeft beïnvloed, hoe zijn verhaal in mijn verhaal doorklinkt. En wat ik ontdek is:
Vaders van mijn generatie zijn vaak onlosmakelijk verbonden met onze carrières.
Ze hebben model gestaan voor wat ambitie was, waar je goed in moet zijn. Wat belangrijk is in het leven, hoe je je loopbaan vorm geeft. We hebben ze daarin gevolgd, of ons ertegen afgezet, we hebben ons naar ze willen bewijzen. Hoe dan ook hebben zij een norm gezet in het publieke prestatiedomein, meer dan de moeders van onze generatie die veelal thuis waren toen wij opgroeiden.

Ik kwam er zelf pas laat achter hoezeer mijn vader mijn ambities altijd heeft gekleurd. Lange tijd heb ik bijvoorbeeld gedacht dat ik een betameisje was. Ik was goed in wiskunde en daarom vond ik het ook leuk. Dacht ik. Het duurde een hele tijd voor ik ontdekte dat ik zelf andere dingen veel leuker vond. En ook beter kon. Het duurde nog langer voordat ik mezelf daarin durfde te volgen.
Een aantal momenten met mijn vader hadden daarin betekenis.

Eén zo'n moment was op Bevrijdingsdag zestien jaar geleden. De zon scheen en ik had mijn vader aan de telefoon. Hij vroeg waarom ik niet buiten was. Ik was druk met één of ander project, zat vol plichtsbesef binnen op mijn computertje te tikken.
''Ach meisje, het is vandaag Bevrijdingsdag, is het niet tijd dat jij jezelf nu ook eens bevrijdt?''
Dat te horen uit de mond van mijn vader raakte iets. De ultieme relativering van een norm waarvan ik niet eens wist dat hij verbonden was aan hem. De stem die altijd het 'heilige moeten' in mij vertegenwoordigde, zond nu ineens een heel andere boodschap uit. Was het denkbaar dat ik iets anders deed dan mijn afspraak in het project op tijd nakomen? Zou ik mogen genieten, of nog erger, zelfs lui kunnen zijn op deze dag?
Ik begon te begrijpen dat mijn vader niet alleen die hardwerkende, gedreven man was, maar ook een intens luie dagdromer kon zijn die veel tijd voor zichzelf nodig had. En dat ik daarin op hem leek. Hoe menselijk van ons allebei!
Door zijn opmerking begon het beeld dat ik van mijn vader had, te kantelen. Daarmee kreeg ik nieuwe toestemming het op mijn manier te doen. Ik zat ineens zelf meer aan de knoppen. Ik had een keuze.

Sindsdien is Bevrijdingsdag voor mij de dag waarop ik een klein stukje vader losliet.

zondag 22 april 2012

Moeilijke baas 2


Egbert, 43,  projectleider bij een Energiebedrijf stelde in een cursus de volgende vraag: Ik werk sinds kort met een nieuwe directeur op mijn onderdeel, ze zit twee management lagen boven mij. Ik raak iedere keer met haar in een vervelende discussie, ze triggert mij enorm!  Hoe blijf ik uit die discussie? Ze bemoeit zich met details tot vier niveaus onder haar. In vergaderingen met leveranciers  valt ze mij openlijk af en corrigeert me op details. Niet alleen ik, maar ook de managers boven mij hebben daar last van. Wat denkt ze wel niet!?

Egbert kreeg vlekken in zijn nek van deze dame. 'Controlfreak, lastige baas, beetje Albayrak type!' werd er al in de groep gemompeld. Bij zo iemand hadden we direct wel een beeld. 
Gelukkig had Egbert de vraag heel interactief verwoord; ze triggert mij enorm, hoe blijf ik daar uit? 
Interessant om het meteen even om te draaien; waar zou Egbert háár op triggeren in hun samenwerking?
Ik vroeg Egbert te kijken vanuit het perspectief van zijn vrouwelijke directeur, als nieuwkomer in een mannenorganisatie, in een vakgebied waarin zij niet technisch geschoold was, terwijl alle mannen dat wel waren. Na enig denken en aarzelen, gaf Egbert aan dat ze waarschijnlijk onzeker was over haar inhoudelijke expertise. En dat ze dat wilde compenseren door extra betrokkenheid te tonen op details. Hij gaf toe dat ze erg resultaatgericht was en een flinke opdracht had (organisatie klaarmaken voor een fusie). En gezien door haar bril zag hij dat hij steeds meer details voor haar ging afschermen. Hij zag dat ook de andere managers zich steeds verder terugtrokken waarop zij steeds grimmiger controlegedrag begon te vertonen. Sterker nog: waarschijnlijk werd zij steeds argwanender, en begon ze de indruk te krijgen dat er iets flink mis was in de organisatie, waardoor ze er des te meer overtuigd van kon raken dat rigoureuze ingrepen nodig waren.  Toen Egbert inzag dat hij dit patroon mede versterkte door haar steeds meer buiten te sluiten, besloot hij op een nieuwe manier met haar te gaan samenwerken.
Hij zou zijn directeur gaan trakteren op details en haar ‘gratis’ dingen weggeven waarvan hij wist dat hij haar er een plezier mee deed. Hij zag dat het weinig zin had gevangen te blijven in gevoelens van betutteling. Hij kreeg zelfs lol in het idee de regie te nemen!

Moeilijke bazen zijn niet zozeer moeilijke mensen is mijn stelling. Ik geloof eerder dat ze afwijken in de context, en daarom 'schuren'. We zien een dromer oreren tussen de doeners. Een vrouw zich staande houden tussen mannen. We zien een man laveren tussen vrouwen. Een cijferneuker stuurt op marges tussen idealisten, we zien een bouwmanager commanderen aan hoogopgeleide professionals. 'Moeilijke bazen' hebben een andere bril op dan de medewerkers en spreken een andere taal.  En meestal heeft een moeilijke baas ergens hoog in de boom invloedrijke sponsors, die die andere bril juist willen. 
Soms schuurt de stijl van de baas misschien teveel met die van de organisatie. Zoals wanneer de directeur van het COA rondrijdt in een goudkleurige Mercedes. Maar dat wil nog niet zeggen dat Nurten Albayrak een despoot is.

maandag 9 april 2012

Moeilijke baas

Er wordt heel wat geroddeld over bazen.
Daar is op zich niets raars aan; hoge bomen vangen veel wind, en wie leiding geeft, weet dat er over hem of haar gepraat wordt. 
In de context van een leertraject wordt de baas (die natuurlijk allang niet meer zo genoemd wordt, we laten ons toch niet meer door een baas aansturen!) dan ook vaak besproken. Logisch, en zelfs wenselijk; het verbeteren van de relatie met de baas staat vaak in de top 3 van ons verlanglijstje.
Spannender wordt het wanneer de baas stevige etiketten krijgt opgeplakt. 'Mijn baas is een machtswellusteling, mijn baas heeft totaal geen visie, mijn baas is volledig incompetent voor die plek; ik begrijp niet hoe hij daar is terecht gekomen, mijn baas ontbeert echt elk empatisch vermogen' en ga zo maar door.

Het schept een band om samen boos te zijn op de baas. De uitspraak 'ik heb een moeilijke baas' is dan ook erg verleidelijk en appelleert aan partij kiezen. De moeilijke baas staat garant voor heel wat gezellige koffiesessies en tegen het einde van het leertraject wordt geroepen dat 'de baas deze cursus ook heel goed zou kunnen gebruiken!'. Ook nog eens vleiend voor de begeleiding.

Maar wie partij kiest, is vanaf dat moment eigenlijk verloren als gesprekspartner (het is mij meer dan eens overkomen).
Het 'moeilijke' van de baas is als waarheid en als persoonlijke eigenschap geformuleerd en daarmee een vaststaand punt geworden. Wie partij kiest, neemt dit perspectief over, en raakt daar net zo in gevangen als de medewerker-van-de-moeilijke-baas zelf. Het punt van waar-uit je waarneemt, neem je voor 'waar' aan.
 Leuke vragen om daar uit te blijven zijn bijvoorbeeld:
‘Bewijs ik je een dienst door jou of je baas gelijk te geven?’. 
Of nog ontregelender: ’sinds wanneer heb jij problemen met je baas?’.
De eerste keer dat ik deze vraag durfde te gebruiken, viel iemand letterlijk tien seconden stil.
Moeilijke baas wordt moeilijke relatie. Nieuw perspectief.

Een prachtige naam voor het onderzoeken van verschillende perspectieven vind ik Meervoudige Partijdigheid. Je bent wel partijdig, maar je bent voor álle partijen.
Handenwrijvend van nieuwsgierigheid verken je niet alleen het perspectief van de medewerker, maar vooral ook het venster gezien vanuit de baas zelf, de Raad van Toezicht, het MT, de voormalig directeur en de professionals. Je blijft switchen van punt van waar-uit je waarneemt, en ontdekt dat de baas vele relaties heeft, waarvan sommige het etiket 'moeilijk' hebben, maar lang niet alle.

Volgende keer een voorbeeld!





zondag 1 april 2012

Loslaten is iets anders vastpakken

'Ik wil leren loslaten' zeggen mensen soms tijdens een training over leiderschap.
'Ik kan mijn werk niet loslaten' vertelt iemand mij die 's nachts ligt te piekeren.
'Ik móet loslaten onder de knie krijgen' formuleerde een coachee gister nog vervaarlijk fronsend, waarmee ze onmiddellijk de tegenstelling in beeld bracht.
Loslaten is een heilig woord geworden, een oplossing voor alles.

Het is één ding als mensen over zichzelf zeggen dat ze meer moeten loslaten, het is iets anders als ze het tegen jóu gaan zeggen. 'Laat het los!' zegt iemand stralend tegen je, alsof ze het meest geniale advies der adviezen zojuist doorkreeg van boven.
Bedremmeld kijk je je gesprekspartner aan. Tja, dat klinkt wel wijs. Stom dat je daar zelf nooit op gekomen was!

In de loop van de jaren heb ik een flinke allergie tegen het advies 'loslaten' opgebouwd. Die allergie komt voort uit de periode dat ik, worstelend met een nog onvervulde kinderwens, vaak te horen kreeg 'joh, je moet het gewoon wat meer loslaten!'. Het waren de momenten dat ik iemand wel een klap in zijn (meestal haar) gezicht kon verkopen.
Dezelfde woede zag ik bij onze scheidend directeur tijdens zijn afscheidsspeech. Hij maande ons alsjeblieft op te houden met die goedbedoelde adviezen aan hem over Loslaten. Wie ergens vol van is (een kinderwens, een onderneming leiden) heeft goede redenen zich ergens druk over te maken.

Daarnaast plaatst de (meestal ongevraagde) adviseur de ander in een onmogelijke positie. Door te zeggen 'jij moet het loslaten' zeg je eigenlijk ook 'jij houdt iets vast en dat is een probleem'. Of nog een stapje verder: 'jouw hele vraag wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het feit dat je niet los kan laten, dus het is je eigen schuld'. Van bevlogen, verlangend of gedreven mens sta je ineens in de positie van een Niet-Loslater. Je hebt het allemaal aan jezelf te danken. Je bent afhankelijk van de verlichte mensen in jouw omgeving die gelukkig zo aardig zijn je te vertellen dat je los mag laten. Als Niet-Loslater zou je daar natuurlijk nooit zelf opkomen.
Zie maar weer eens uit die hoek weg te komen!
De roze olifant staat in de kamer, en is er met geen mogelijkheid meer uit te krijgen.

Hoe gezond het advies 'Laat het los!' ook klinkt, het pathologiseert en betuttelt.
Een verfrissend nieuw idee over loslaten ondervond ik laatst in een Aikido workshop.
'Niet vastpakken' zei onze leermeester. Gedachten, gevoelens, projecten, actielijsten en verwachtingen waar je los van wil komen: 'Gewoon niet vastpakken als het langskomt'.

Deze omdraaiing bevalt me meer. Het plaatst je in de positie van de regisseur. Als je iets vastpakt, is dat een keuze. Je kunt 't ook voorbij laten gaan. Of je kunt kunt iets ánders vastpakken. Iets met een hoger doel, een hoger belang.
De leidinggevende die vindt dat hij nog 'teveel in de operatie' zit, heeft de keuze zich drukker te gaan maken over visie.  Iemand die vindt dat hij teveel werkt, zou zich drukker kunnen maken over z'n relatie en kinderen. Iemand die zich voortdurend ergert aan anderen, zou haar eigen inspiratiebronnen meer vast kunnen pakken.

En in plaats van nog heel lang te turen op de perfecte laatste zin van deze blog, kan ik besluiten nú naar de sportschool te gaan ;-)